Groot(s) wonen aan de singel!

‘Komt u binnen en neemt u plaats in de wachtkamer.’

Dit zijn de woorden die vaak zijn uitgesproken in deze voormalige huisartsenwoning. Het gebruik van destijds is nog duidelijk terug te zien in de huidige indeling. De praktijk was beneden met een wachtkamer voor de patiënten aan de voorzijde, een behandelkamer van de huisarts aan achterzijde en in de serre ruimte om even een kop koffie te nemen en te lunchen in de pauze. De originele en gedetailleerde stuc-plafonds in deze ruimtes zijn onlangs nog geheel gerestaureerd en in oude luister hersteld. Prachtig! De keuken op de begane grond was de plaats waar werd gekookt en gegeten, zowel voor het gezin als de praktijk. Op het oude gasfornuis, dat vroeger zelfs nog op kolen werkte, zijn meer dan een halve eeuw de warme koffie en het avondmaal voorbereid.

Het doktersgezin leefde zelf op de bovenste etages en daar was dan ook meer dan voldoende ruimte voor. Vanuit de royale hal waar ook toegang is tot een kleine kelder, een wc en een garderobekamer, biedt de brede slingerende trap en ruime overlopen toegang tot de woonverdiepingen. Op de eerste etage ligt de woonkamer van maar liefst 5,5 meter breed en 10 meter diep. Zo groot zie je ze maar weinig! Het balkon aan de voorzijde is een heerlijke plek om in het het voorjaar te genieten van de broedende vogels en zwemmende eendenkuikens op en rond het eilandje in de singel. Daarnaast zijn er nog een badkamer met douche en bad en aan de voorzijde ligt een kabinet kamertje.

Op de tweede etage zijn vier ruime slaapkamers te vinden, waarvan twee zeer ruim én met inbouwkasten. Alle kamers hebben hoge plafonds en grote raampartijen die bijna van vloer tot plafond reiken. Ofwel, heel veel licht en ruimte met vrij zicht over de singel en de achtergelegen Professorenwijk. Niet voor niets had de oude huisarts hier een van de kamers in gebruik als zijn werkkamer waar hij zich terug kon trekken van de drukke praktijk en in alle rust kon werken. De 3e etage biedt naast twee slaapkamers met dakkapel aan de achterzijde, vooral veel ruimte. Er is een bergvliering, maar ook nog een zeer groot zoldergedeelte met een oude kapconstructie van bijna vijf meter hoog. Deze ruimte is zelfs zo groot dat er nu een kano ligt opgeslagen.

De achtertuin ligt op het zuidoosten en in de zomer schijnt de zon er tot laat in de middag. De tuin ligt beschut zodat je er in het voor- en najaar, als het nog wat frisser is maar de zon al wel schijnt, ook al heerlijk buiten kan zitten. En als je het echt te koud vindt, dan is er altijd nog de serre. In de voortuin (of binnen in de huidige garderobekamer) kunnen alle fietsen staan en het sierlijke hek scheidt de tuin met de voorliggende weg. Deze is niet heel erg druk en het zijn vooral voetgangers, fietsers en bestemmingsverkeer wat hier langs komt.

En voor wie niet uit Leiden komt of het nog niet wist: het is erg fijn wonen in deze buurt. Wandelparken, (Engelstalige) lagere en middelbare scholen, sportclubs en natuurlijk het historische centrum van Leiden met alle cultuur, restaurants en haar grachtjes liggen om de hoek.

INDELING

Begane grond
Vestibule met groepenkast en tochtdeur. Grote centrale hal met trappenhuis, toilet en trap naar kelder.
Ontvangstkamer / garderobe aan voorzijde. Woonkamer voorzijde en achterkamer. Serre met openslaande deuren naar de tuin. Woonkeuken met deur naar de tuin.

1e etage
Overloop met trap naar 2e etage. Woonkamer met houtkachel en blokparket met bies. Drie ramen
over breedte achterzijde en twee ramen en openslaande deuren met balkon aan voorzijde. Voorkamer en
badkamer met douche, bad en wastafel aan achterzijde.

2e etage
Overloop met toilet en trap naar 3e etage. Vier ruime slaapkamers, waarvan twee zeer ruim en met inbouwkasten.

3e etage
Open zolderruimte met kapconstructie (circa 5 meter hoog) en dakkapel aan straatzijde. Twee slaapkamers met
dakkapel en bergvliering aan achterzijde.

Bergruimte
Kelder en vliering.

Tuin
Voortuin op het noordwesten met plaats voor fietsen. Achtertuin op het zuidoosten met aangebouwde houten berging.

BIJZONDERHEDEN

– Volle eigendom (geen erfpacht)
– Per direct beschikbaar
– Schilderwerk buiten 2021
– Schuur en schutting 2017
– Gevelreiniging en nieuwe voegen 2000
– Dakbedekking 2000
– Dubbel glas, met uitzondering van: Begane grond voorzijde, eerste etage zijkamertje,
tweede etage, derde etage voorraam.
– Stucplafonds begane grond halletje, voorkamer en eetkamer zijn in 2017 volledig gerestaureerd.
– Werkende haard op 1e etage

TOEGEVOEGDE CLAUSULES KOOPOVEREENKOMST

– ouderdomsclausule
– asbestclausule
– niet-bewonersclausule
– ‘as-is-where-is’ clausule
– Gemeentelijk monument (vrijgesteld van energielabel)
– Gelegen in Rijks beschermd stadsgezicht

OMSCHRIJVING VAN HET MONUMENT (bron: Erfgoed Leiden)

Stedenbouwkundige situatie

De uitbreiding aan het einde van de negentiende eeuw waartoe het grondgebied van de Zoeterwoudsesingel
behoort, is de eerste uitbreiding van de stad buiten de Singels. Al in 1853 wordt door stadsarchitect S. van der
Paauw een nota opgesteld over een mogelijke stadsuitbreiding. Pas in 1896 krijgt de gemeente stukken
grondgebied van de omliggende gemeenten Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude in handen. Bekende
Leidse architecten houden zich met de bebouwing en het stedenbouwkundige plan bezig. De nieuwbouw aan
de Zoeterwoudsesingel verrees op het Zoeterwoudse grondgebied dat tot dan toe een agrarische functie had.
Een deel van de nieuwbouw keek uit op de stadsparken die in de negentiende eeuw, na het slechten van de
verdedigingswerken, waren aangelegd. Het was vooral de gegoede burgerij die naar deze nieuwbouwwijken
toetrok. In tegenstelling tot de Witte Singel kent de bebouwing van de Zoeterwoudsesingel geen planmatige
aanpak. Werd aan de Witte Singel de buitenwijk Vreewijk gebouwd, aan de Zoeterwoudsesingel ontstond
lintbebouwing. Tot aan het begin van de twintigste eeuw liep de “Singelsloot” voor de huizen langs en was door
middel van bruggetjes de openbare weg te betreden. Na het dempen van deze afwateringssloot werd de
Zoeterwoudsesingel verbreed.

Algemeen

Het blok met de huizen Zoeterwoudsesingel 107 t/m 109 is omstreeks 1888 als eenheid gebouwd in de stijl van
de neorenaissance. De architectonische eenheid wordt benadrukt door de doorlopende cordonlijst en de
eveneens doorlopende spekbanden, het hoofdgestel en het dak. De nummers 107 en 109 zijn als hoekpanden
te duiden, en hebben een iets soberder architectuur dan die van de risalerende middenpartij, nummer 108.
Zoeterwoudsesingel 108 kent namelijk door de opvallende ontlastingsbogen boven de verdiepingsvensters een
iets rijkere architectuur. De panden staan op een diep, rechthoekig grondvlak en omvatten een begane grond,
twee verdiepingen en een zolder onder het doorlopende zadeldak dat met de nok parallel aan de straat ligt.
Het dak is met gesmoorde Hollandse pannen gedekt. De voortuin wordt van het trottoir afgescheiden door een
vernieuwd hekwerk tussen bakstenen penanten, op een laag, gemetseld muurtje.

Voorgevel

De drielaags lijstgevel van Zoeterwoudsesingel 109 is vier vensterassen breed en asymmetrisch van opzet.
Boven de natuurstenen plint is de gevel met rode baksteen in kruisverband gemetseld, het voegwerk met
knipvoeg is oorspronkelijk. Door de gewitte spekbanden en blokken, de fors gedimensioneerde cordonlijst, en
de overhoekse tandlijst boven de verdiepingsvensters worden de horizontale lijnen in de gevel geaccentueerd.
De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel met geornamenteerde consoles, en metselmozaïek in het fries.
Op de begane grond bevinden zich drie vensteropeningen, in de tweede venster-as bevindt zich de
oorspronkelijke voordeur in een portiek. Alle gevelopeningen op de begane grond hebben een geblokte strekse
boog met gewitte blokken. De sluitstenen zijn met een diamantkop uitgevoerd. Op de verdieping bevinden zich
drie vensteropeningen, en oorspronkelijke openslaande balkondeuren in de derde gevel-as. Het door
geornamenteerde consoles gedragen balkon en de balustrade zijn waarschijnlijk authentiek. De
gevelopeningen op de verdieping hebben een segmentboog met gewitte aanzet- en sluitstenen als
ontlastingsconstructie. De aanzetstenen zijn met een diamantkop uitgevoerd, de sluitstenen hebben een
vrouwenkopje onder een klein fronton. In de boogvelden bevindt zich sierlijk stucwerk. Op de tweede
verdieping zijn vier vensteropeningen onder een strekse boog met gewitte aanzet- en sluitstenen aanwezig. De
aanzetstenen zijn met een diamantkop uitgevoerd, de sluitsteen met een kopje. In de borstwering boven de
overhoekse tandlijst is een tegeldecoratie aanwezig. Het dakschild aan de straat wordt centraal door een
gemetselde dakkapel doorbroken. Deze dakkapel is net als de onderliggende gevel voorzien van geschilderde
blokken. Er bevindt zich één vensteropening onder een strekse boog met gewitte aanzet- en sluitstenen. De
dakkapel wordt bekroond door een houten fronton. De vensters in de voorgevel hebben een schuivend
onderraam, een vast bovenraam (beide ongedeeld) en een houten lekdorpel. Op de eerste en tweede
verdieping zijn zeer sierlijk vormgegeven muurankers aanwezig.

Achtergevel

De begane grond van de vierlaags, vier vensterassen brede gevel is aan het zicht onttrokken. Ter hoogte van
de verdiepingen is de gevel met rode baksteen in kruisverband gemetseld. In het recente verleden is gevel
gereinigd. Een eenvoudige muurgoot beëindigd de gevel. Op de verdiepingen bevinden zich, geplaatst onder
een strekse boog, vier vensteropeningen met een houten lekdorpel. Van de vensters is zowel het schuivende
onderraam als het vaste bovenraam ongedeeld. Het dakvlak wordt door een later toegevoegde dakkapel
doorbroken.